Quantcast
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1362

Kroniek: Aristide von Bienefeldt – Museum voor gevonden voorwerpen

Museum voor gevonden voorwerpen

Hij woonde in de Pepy’s Road, in Zuid-Londen, vlakbij een rangeerplaats van stadsbussen. Ik ontmoette hem in een bar in Soho, hij stelde zich voor als Cornelius en vertelde over zijn hoed die op de toog lag. ‘Die hoed,’ zei hij met een glimlach, ‘is een museumstuk.’
         Het was een grijze vilthoed, het soort van hoed dat doet denken aan de grote tijden van Hollywood, Humphrey Bogart, Cary Grant, Gary Cooper. Tijden dat echte mannen hoeden droegen.
         De hoed van Cornelius kwam uit Spanje, hij had toebehoord aan een oom, of een oudoom, dat wist hij niet precies. ‘Maar,’ besloot hij zijn betoog, terwijl hij trots naar het hoofddeksel wees, als een jonge moeder naar de inhoud van haar buggy, ‘hij heeft toch maar mooi meegevochten in de Spaanse Burgeroorlog.’
         Bij hem thuis, in een laat Victoriaans rijtjeshuis van rode bakstenen en erkers op elke verdieping, liet hij een stukje papier zien, bruin pakpapier met een adres in Malaga erop. Ik herinner me ‘Calle Bolsa’, nummer 17 en een naam: Fabio.
         ‘Mijn oom Fabio,’ zei Cornelius.
         ‘Die van de hoed en de burgeroorlog?’
         ‘That’s the one,’ knikte Cornelius. ‘Mijn lieve oom Fabio.’
         In het huis van Cornelius wemelde het van de objecten, zoals het in zijn hoofd wemelde van de verhalen die er op aansloten. Van eierdopjes, flessenhouders, kanten zakdoekjes. Vaak met een onderschrift erbij, als in een museum.
         ‘Kijk,’ liet hij me een asbakje zien, ‘dit heeft Jerry naar Darryl gestuurd, in 1998. Om hem te bedanken dat hij bij hem mocht logeren.’
         Het was een rond, metalen asbakje waarvan de onderkant van zwart-geel geruiten stof was, gevuld met kiezelsteentjes, als een zitzak. Op de bovenkant stond ‘Pittsburgh’ gedrukt, met schetsjes van plaatselijke herkenningspunten, een universiteit (‘Cathedral of Learning’), een brug, een historisch gebouw (Block House).
         ‘Jerry’s fin de siècle was kennelijk niet zijn rijkste tijd,’ merkte ik op, ‘of hij was gewoon verschrikkelijk gierig.’
         Cornelius knipoogde. ‘Dat weten we niet. Wat we wel weten is dat ze een verhouding hadden, misschien nog steeds hebben.’ Hij overhandigde me een ansichtkaart, ik herkende de Cathedral of Learning, nu als foto. Op de achterkant las ik:

Kom gauw naar Pittsburgh!
Mijn slaapkamer kan wel wat magie gebruiken.
Liefs, Jerry

(meer…)


Viewing all articles
Browse latest Browse all 1362